Bosmolen Maaseik

Bosmolen Maaseik

Naam: Bosmolen (ca 1227)

Type: Onderslag watermolen. Graan- olie- en schorsmolen.

Waterloop: Bosbeek

Lokatie: Weertersteenweg 36 Maaseik

Route: De molen is opgenomen in de Faro Watermolenroute maar de molen ligt niet direct aan het fietsknooppunten netwerk.


 


Gebouwd voor 1312
Type Onderslag watermolen
Functie Korenmolen
Kenmerken Vroeger ook oliemolen (dubbelmolen)
Gevlucht/Rad Metalen onderslagrad (1981)
Inrichting Verwijderd
Toestand Gerenoveerd, nu in gebruik als praktijkruimte
Bescherming —,
Niet beschermd
Molenaar Geen

Beschrijving:

De Bosmolen is een zeer oude stichting; hij werd door de graaf van Loon als banmolen opgericht, waarschijnlijk bij de stichting van de stad tussen 1227 en 1237; hij wordt voor het eerst vermeld in 1266.

Oorspronkelijk was het een oliemolen, later een graan- en oliemolen en tenslotte enkel een graanmolen. Toen de molen een dubbele functie had, waren de twee naast elkaar geplaatste gebouwen ieder voorzien van een onderslagrad.

Hij wordt in 1427 vermeld als eigendom van Rutte Biesmans en Johannes Beygops, twee jaar later wordt Henken Scheelen als eigenaar vermeld. Omdat er ondertussen reeds vier watermolens op de Bosbeek functioneerden, en de vrije loop van het water ernstig werd belemmerd, kreeg Peter Becx, toenmalige molenaar, in 1552 de toestemming om een windmolen buiten de Bleumerpoort te bouwen. In 1897 was het een graan-, olie- en schorsmolen.

De watermolen bestaat uit twee parallelle gebouwen, tegen elkaar aangebouwd, nok loodrecht op de Bosbeek. Aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) als een langgestrekt gebouw, haaks op de Bosbeek, zogenaamd Bosch Molen. In de Atlas van de Buurtwegen reeds aangeduid als twee parallelle gebouwen, met een dienstgebouw ten noordwesten. Deze oude kern bleef behouden, maar tegen de achtergevel van het westelijk gebouw werden recente aanbouwsels toegevoegd; het dienstgebouw verdween.

Het oostelijk gedeelte is het oudste, en rest waarschijnlijk van het gebouw dat aangeduid staat op de Ferrariskaart. Het parallelle westgebouw heeft een oude kern, aangeduid door middel van de gevelsteen met datering: ANNO/ 1715, doch werd in in de tweede helft van de 19de eeuw sterk aangepast en van getoogde muuropeningen voorzien. In 1897 werd de wateroliemolen uitgebroken en werd het gebouw begrepen in de graanmolen.

In de jaren 1960 viel alle molenactiviteit stil; het interieur en het waterrad verdwenen. Eerst werden de molengebouwen ingenomen door een garage, later een huis en als horecazaak. De eigenaar liet in 1981 een nieuw metalen onderslagrad plaatsen als decoratie. Het binnenwerk is geheel verdwenen. Het molenrad bevindt zich in de zuidzijgevel van het oostgebouw.

De molen is een bakstenen gebouw onder zadeldaken (mechanisch pannen). De onderbouw aan de zijde van de Bosbeek is van hardsteenblokken.

Een foto van de Bosmolen uit 1965 waarop goed te zien is hoe groot het molencomplex wel was.

De voorgevel van de oostvleugel heeft een sterk verhoogde begane grond; getoogde deur in de middentravee, in een puntgevel met aandak en vlechtingen. Smeedijzeren muurankers met krullen. Getoogde vensters in de zijgevels (tweede helft 19de eeuw?); oculus in elke geveltop.

De noordzijgevel is voorzien van aandak en vlechtingen, en een muizentandfries onder de geveltop.

De westvleugel is eveneens voorzien van een sterk verhoogde begane grond. Getoogde muuropeningen. Boven de deur de hogervermelde, beschilderde, mergelstenen gevelsteen.